Vandaag is een mooie dag. De zoveelste. Begonnen met een ochtendwandeling langs de Indische Oceaan in Wildernis. Een heerlijk begin. Dan een Healthy Ontbijt met fruit muesli en yoghurt. Vriendelijke bediening en als ik nog even naar het toilet ga hoor ik het personeel lachen en zingen: ze houden van hun werk, ze hebben het goed met elkaar dat is helder. We rijden op de N2, een prachtige rustige weg richting Stormsrivier. De N2 is een van de grote autowegen in Zuid-Afrika vanuit Kaapstad naar het Noorden. Eerste reisdoel is Knysna (spreek uit Naisna) een toeristische plaats waar we koffie gaan drinken en winkelen. Ik begrijp nu pas goed waarom deze reis de Tuinenroute heet. Langs de weg is het groen, groen en nog eens groen. We passeren wonderschone meren: de Swartvlei (vlei is meer), de Groenvlei, de Gansvlei en de Rietvlei. Younes vertelt dat in dit gebied veel bergbranden zijn geweest. Wat nog duidelijk te zien is aan zwarte stompen en geblakerde stammen. Het was een vreselijk drama voor met name de inwoners van de Townships die hun hebben en houwen verloren dakloos werden. Er vielen ook veel dodelijke slachtoffers. Maar hoopvol en hoopgevend is te zien hoe in korte tijd de natuur is hersteld. Dankzij de hulp van de regering en hulporganisaties is het gebied hersteld en het groen spat van de bergen. De herstelwerkzaamheden hebben ook nog eens werk opgeleverd voor de mensen in de townships. Van het overgebleven hout van de bomen wordt meubilair, palen en papier gemaakt. Langs de weg zien we regelmatig zwarte mensen lopen, met plastic tasjes en rugzakjes onderweg naar werk. Soms met een emmer of een waterpomptang. Zodat we kunnen zien waar ze voor in gehuurd zouden kunnen worden. Af en toe passeert een “bakkie”, een open vrachtwagen vol zwarte mensen, luid pratend en lachend, ook op weg naar hun werk, of op zoek naar werk. De Apartheid moge officieel zijn afgeschaft maar overal waar we komen is het bedienend personeel zwart net als de werkers langs de weg en de schoonmakers in het hotel. Links van de weg zijn de golfbanen met welgestelde blanke Afrikanen. Op de terrassen zitten diezelfde mensen. In de supermarket worden we geholpen door zwarte caissières, maar de cheffin is blank. Voor jonge Afrikanen staat de universiteit wagenwijd open maar om met Mandela te spreken: er is nog een lange weg te gaan. We genieten van het prachtige uitzicht op de lagunes, in Plettenberg op de Mountain of Clear Water. En dan. Ja dan. Insmeren voor de tocht met de boot vanuit Plett Beachfront. Zwemvesten aan. Petjes op. Zonnebril niet vergeten. En daar gaan we. Een adembenemende tocht. Paradijselijk. De dolfijnen springen en dansen om ons heen. De zon schijnt, een fris windje, een bekwame kapitein, een boeiende gids. Als sluitstuk het zicht op duizenden zeerobben. In het water en op de rotsen. Een voedselrijk gebied. Het is geweldig. We zijn onder de indruk. Dieren in hun natuurlijke omgeving, vrij en onbedreigd. Een prachtig gezicht. Een eindje verder op de rotsen duizenden aalscholvers. Wat een baie mooie tocht over de Indische Oceaan. Na de lunch in Old Nick Village op naar onze volgende verblijfplaats. Stormsriver Mouth, een van de grote South African National Parks, waar we in houten hutten op palen, 2 nachten zullen verblijven. Weer gelegen aan de zee. Het geluid van de zee is onze reisgenoot geworden. We zijn van de West-Kaap in de Oost-Kaap aangekomen. Over de Bloukransbrug (216 m hoog) boven een diepe kloof. Langs de kant staat een aanduiding van een uitkijkpunt. Alkant Mooi heet het. Dat vind ik eigenlijk wel een mooie samenvatting van deze dag en misschien wel van de reis tot nu toe. “Alkant Mooi”.
Wil